Artiest The Whitest Boy Alive
Plaat Rules
Jaar 2009
Klinkt als Erlend Øye, Röyksopp, Zoot Woman, Au Revoir Simone
Beste nummer Gravity
En? 7
De Noorse zanger en gitarist Erlend Øye duikt in verschillende verschijningsvormen op. Als soloartiest op de plaat Unrest, als nerdy helft van softpopduo Kings of Convenience, als gast bij Röyksopp, en sinds een tijdje ook als zanger en gitarist in ultralight-bandje The Whitest Boy Alive. Het debuut Dreams is alweer van 2006 en nu heeft de band een nieuwe plaat uit.
Voor een 33 jarige heeft hij al een knap omvangrijke muzikaal oeuvre neergezet. En in al die verschijningsvormen klinkt steeds de stem van Øye duidelijk door. En dan bedoel ik niet per se zijn vocalen, maar zijn stijl, zijn vorm. Kings of Convenience wijken met hun Simon^& Garfunkel-achtige sound misschien nog het meest af, maar in alle andere hoedanigheden is Øye de meester van de lichtvoetige, dansbare melodie.
Het prettige aan The Whitest Boy Alive is dat de sound van Øye een beetje body krijgt. Hij heeft nogal de neiging ijl en licht te klinken. Met een bandje om zich heen, verdwijnt dat een beetje. Een beetje, schrijf ik niet voor niets, want ook het handelsmerk van deze band is minimalistische pop. Maar de opvoger Rules heeft duidelijk meer om het lijf dan het debuut. Op deze plaat begint The Whitest Boy Alive echt als een bandje te klinken.
Met een heerlijk plukkende bas (luister naar Gravity), swingende drums en een warme keyboard, doet deze plaat zelfs jazzy aan. De keyboards zouden zo op een soulalbum kunnen staan. Zo ontstaat een prettige mix van pop, jazz en soul, die boeiender is dan de recht toe recht aan popdeuntjes op de voorganger. Minimalistisch blijft het, want de productie is heel erg kaal. Stem, gitaar, bas, drum en keyboard, dat is het en meer hoor je ook niet. Een tweede (vrouwen)stem is een ongekende extra, maar bijna de hele plaat lang houdt de band het bij de basics.
Die basics zijn zowel Øye’s kracht als zijn zwakte. Het is ongekend hoeveel moois hij uit zo weinig weet te halen. Hij beheerst de kracht van het simpele. Daarmee pik je dit album heel snel en makkelijk op. De lekker swingende melodietjes zijn makkelijk verteerbaar. Maar daarin schuilt dan ook het nadeel van de eentonigheid. Het lijkt soms maar een trucje. Een heel lekker trucje, maar wel een die op den duur uitwerkt. Hopelijk slaat meneer Øye nu ook weer eens nieuwe wegen in.