Archief | juni, 2010

Boeken: Zwagermans spotprent is Voskuil en Auster ineen

16 jun

Joost_zwagerman_chaos_en_rumoerIk vond Vals licht van Joost Zwagerman niet top, maar aardig genoeg om er maar eens een andere oude Zwagerman achteraan te lezen: Chaos en rumoer. En door deze roman uit 1997 werd ik blij verrast. Het blijkt een hylarische schets van de literaire wereld en van de radiowereld. Bij vlagen doet het denken aan Het bureau van J.J. Voskuil, al iets het ook weer niet zó droogkomisch.

Het verhaal begint met een oercliché, maar Zwagerman geeft het meteen een extra laag. Schrijver Otto Vallei worstelt met een dijk van een writer’s block en doet er alles aan om zijn schrijverij toch op gang te brengen. Dat lukt na enkele maanden nog steeds niet, waarop hij de brui geeft aan zijn schrijverschap en bij toeval bij een cultureel radioprogramma (Chaos en rumoer, naar het echt bestaande Ophef & vertier)terecht komt.

De extra laag zit ‘m erin dat Zwagermen met succes een Droste-effect toepast waardoor hij het cliché van de auteur met schrijfobstipatie meteen overstijgt. Zwagerman had destijds zelf een writer’s block en hij begint aan een boek waarin de hoofdpersoon ook een writer’s block heeft. Die hoofdpersoon komt op het idee om een boek te schrijven over een schrijver met een writer’s block. Maar zelfs bij dit idee faalt hij, wegens zijn writer’s block.

En dan voegt Zwagerman nóg een laag toe via een rivaal van Otto Vallei, Eddy Waterland. Deze schrijver heeft wél succes en Vallei ontdekt dat Waterland zijn idee heeft gepikt. Alleen gaat Waterlands boek niet over zomaar een schrijver met een writer’s block, maar over Vallei zelf. Tenminste, dat denkt Vallei. En zo bouwt Zwagerman heel soepeltjes – want zo ingewikkeld als het nu klinkt, is het niet – een spiegellabyrint.

In het boek maakt hij ook een abrupte omslag. Het eerste deel van het boek is een hoogst vermakelijke spotprent van Valleis uitgeverij en van Valleis schrijverschap en later van de personages die in de radioredactie zitten. Ik was verbaasd dat Zwagerman ook deze lichte en spottende toon in zich had. Heel sterk geschreven.

Maar plots belandt Vallei in een surrealistisch verhaal als hij ontdekt wat Waterlands plannen zijn. Als die roman van zijn rivaal eenmaal uit is, lijkt alles uit dat boek ook in het echt te gebeuren. Het is voor Vallie gaandeweg onduidelijk wat echt is en wat fictie. Zwagerman spot ook met de wetten van de realiteit en laat af en toe dingen gebeuren die niet kunnen kloppen.

Ook dit mysterieuze tweede deel is heel geslaagd. Persoonlijk vond ik de overgang wat al te abrupt, maar uit interviews met Zwagerman begrijp ik dat dat welbewuste opzet is geweest. Kwestie van smaak dus. Destijds is dit boek neergesabeld door tal van recensenten, maar in een recente NRC-serie De leesclub is voorzichtig gewerkt aan enig eerherstel voor deze roman. En terecht. Chaos en rumoer is Voskuil en Paul Auster ineen.

Boeken: Dodelijk beeld van visieloze voorzichuitschuiver

14 jun

Job_cohenHet is maar goed dat Job Cohen geen premier is geworden. Tenminste, als de observaties van Job Cohen, burgemeester van Nederland kloppen. Het door twee Parool-journalisten geschreven boek over Cohen levert namelijk niet zo’n best beeld op van de bestuurder. De afgelopen weken was te zien dat hij geen raspoliticus is die zich gemakkelijk in de verkiezingsstrijd werpt. Uit het boek blijkt dat hij absoluut geen doortastende bestuurder is. Een visionair is Cohen al helemaal niet.

De auteurs beschrijven zowel zijn carrière aan de Universiteit van Maastricht, zijn korte periode in de Haagse politiek als zijn burgemeesterschap van Amsterdam. Die laatste periode krijgt de meeste aandacht. Het boek geeft zelf geen expliciete eindconclusie, maar na lezing blijven twee verdiensten bij: een strenge asielwet die hij als staatssecretaris maakte en hij hield – soms – de boel bij elkaar, in het bijzonder na de moord op Theo van Gogh. Voor het overige rijst het beeld op van een bestuurder die de pappen-en-nathouden-en-alles-voor-je-uitschuiven-stijl hanteert.

Illustratief is de beschrijving van zijn sollicitatie naar het burgemeesterschap. Wat hij met de stad wil? Nou, ehm, niks eigenlijk. Visies en oorspronkelijke ideëen heeft hij volgens de gesprekspartners van de journalisten niet. En al lezende valt plots op dat hij zich ten tijde van de campagne ook zo vlak uitliet. Wat hij met Nederland wil? Dat we een beetje fatsoenlijk met elkaar omgaan, zo luidt dan steevast zijn antwoord. Natuurlijk, de verstokte rechtlijnigheid van Jan Peter Balkenende is weer het andere uiterste, maar die had tenminste een agenda, gedrenkt in de christendemocratie. En dat verwacht je toch van een leider, of je het nu met die agenda eens bent of niet.

De auteurs spraken circa 160 mensen voor dit boek. Cohen zelf wilde niet meewerken en dat is jammer, want dit boek schreeuwt om wederhoor. Alle mensen zijn off the record geïnterviewd, waardoor de journalisten de volledige beschrijving en analyse voor eigen rekening hebben moeten nemen. Daardoor is moeilijk te beoordelen of het geschetste beeld fair is, dan wel overtrokken of eenzijdig. De observaties zijn dermate dodelijk voor Cohen dat ik me nauwelijks kan voorstellen dat dit een honderd procent correct beeld is. Anderzijds dragen de auteurs ook tal van feitelijke beschrijvingen aan die hun beeld van een visieloze voorzichuitschuiver bevestigen.

Het boek zit vol aardige details. Zo krijg je mee dat Gonny van Oudenallen van Mokum Mobiel (zij splitste zich in de Tweede Kamer later van de LPF af) problemen had met de baardgroei van Cohen. Ze begon er tijdens de sollicitatiegesprekken meteen over. Hoewel Cohen haar zie dat hij gewoon een zware baardgroei heeft en echt zijn best had gedaan er verzorgd uit te zien voor het gesprek, doet Van Oudenallen Cohen bij zijn aantreden toch een scheerapparaat kado.

Ook mooie details, al zijn deze relevanter, zijn beschreven in het hoofdstuk over de moord op Van Gogh. Stap voor stap is te lezen hoe het gemeentehuis zich die dag voorbereid op de luidruchtige herdenking ’s avonds. Cohen doet zijn uiterste best om Rita Verdonk uit de stad te houden en een overijverige gemeenteambtenaar jaagt de vriendengroep van Van Gogh die dag in de gordijnen.

Dodelijk zijn de verslagen over de vergaderingen van B&W als Rob Oudkerk en Geert Dales nog wethouder zijn. Constant maken zij ruzie en Cohen laat het allemaal gaan. Pas als beide mannen, om uiteenlopende redenen overigens, opstappen, is het probleem voor Cohen opgelost. Vanaf dan loopt de samenwerking in het college veel beter, maar niet dankzij maar ondanks de burgemeester.

Film: Paris moet het hebben van warme en mooie sfeer van Parijs

14 jun

ParisFilm Paris
Regisseur Cédric Klapisch
Hoofdrollen Romain Duris, Juliette Binoche
Jaar 2008
Genre Drama
En? 6,5

Ach, wat een heerlijke stad is Parijs toch. Die gedachte kwam steeds bij op toen ik naar Paris keek, een film van de Franse regisseur Cédric Klapisch. ´t Is een film die je vooral voor de stad en voor Juliette Binoche zou moeten kijken. Want van een meeslepend en diepgaand verhaal moet Paris het niet hebben.

In deze mozaïekfilm krijgt Parijzenaar Pierre te horen dat hij een levensbedreigende aandoening aan zijn hart heeft. Zijn conditie laat te wensen over en hij trekt zich terug in zijn appartement en beschouwt de stad en haar inwoners. Om voor hem te kunnen zorgen, trekt zijn zus Elise met haar drie kinderen bij Pierre in. De koele broer-zus-band krijgt door deze omstandigheden weer een nieuwe impuls.

Heel veel rode draad is niet te vinden in de verhalen die elkaar in Paris kruisen. Of het moet zijn dat elk personage erg zijn/haar best doet om gelukkig te zijn in de stad. Twee broers begraven hun vader en gaan daar beiden op een heel andere manier mee om. Een Afrikaanse gelukszoeker probeert Parijs te bereiken. Een marktkoopman werkt nog altijd samen met de vrouw waarvan hij alweer een tijdje gescheiden is. Alle mensen zijn zoekende en Pierre ziet alles van bovenaf gebeuren.

Paris is een sympathieke film met mededogen voor de diverse karakters. Erg diep gaat het allemaal niet, waardoor het lastig is mee te leven met de personages. Zelfs de doodzieke Pierre blijft als karakter aan de oppervlakte, alle mijmeringen en mooie momenten met Elises kinderen ten spijt. Binoche springt er absoluut uit. Zoals vaker is het een feest om naar haar te kijken. Ook zij is zoekende. Na het vertrek van haar man heeft ze zichzelf nooit meer een pleziertje gegund, laat staan een nieuwe liefde. Hoe dat afloopt, laat zich raden in een warmbloedige film.

Film: Doodse en matte musicalfilm van combi Burton/Depp

5 jun

Sweeney_toddFilm Sweeney Todd
Regisseur Tim Burton
Hoofdrollen Johnny Depp, Sacha Baron Cohen, Helena Bonham Carter
Jaar 2007
Genre Musical
En? 5

Tim Burton en Johnny Depp hebben samen al een hele serie films gemaakt, waarmee ze een geheel eigen stijl hebben ontwikkeld. Burton maakt steeds een sprookjesachtige en mysterieuze setting, Depp speelt de excentriekeling die alleen in zo’n sprookje lijkt te kunnen bestaan. Edward Scissorhands en Charlie and the chocolate factory zijn prachtige voorbeelden van waar de combi Burton/Depp toe in staat is.

Het recept van Sweeney Todd is hetzelfde, alleen wil deze film maar niet boeien. Visueel zit het allemaal wel okee in elkaar. Het verhaal speelt zich af in 19e eeuws Londen. De stad is donker, groezelig en griezelig. Burton zet vooral die zwarte kant van de grote stad vet aan. Dat moet de dreiging opleveren die dit verhaal nodig heeft.

Kapper Benjamin Barker komt na jarenlange gevangenschap terug in Londen. Hij heeft zich inmiddels Sweeney Todd genoemd en beweegt zich daardoor anoniem door de stad. Hij komt terug om wraak te nemen, wraak op rechter Turpin die zijn vrouw en kind heeft afgepakt. Todd heropent zijn barbershop en is vast van plan de rechter naar zijn zaak te lokken en hem tijdens het scheren de keel door te snijden. Mrs. Lovett heeft een pie shop op de begane grond en wordt zijn compaan.

Oorspronkelijk is dit een musical en dat concept heeft Burton volledig vastgehouden. Er wordt dus meer gezongen dan gesproken. Daarmee betreedt Burton meteen de gevarenzone, want musical en film is geen vanzelfsprekende combinatie. Het kan natuurlijk wel, dat bewees Moulin rouge. Zeker als je het verhaal wat dikker aanzet en daarmee het fictieve karakter juist extra benadrukt, is het geen enkel probleem als de personages zo nu en danin gezang uitbarsten. Maar bij Sweeney Todd werkt het voor geen meter.

Om te beginnen deed de muziek me al niet veel. Stephen Sondheim, die verantwoordelijk is voor de muziek, heeft moderne liedjes gemaakt die meteen goed in het gehoor liggen. Origineel, zou je kunnen zeggen, maar als je met muziek een verhaal wil vertellen en de kijker wil betrekken daarbij, is dat een grote handicap. Daarbij slagen de hoofdrolspelers er ook niet in om door de liedjes heen hun karakters tot leven te laten komen. Het droevige verhaal van Todd deed me helemaal niets, terwijl het weinig subtiele Moulin rouge uiteindelijk wél weet te ontroeren.

Het is ook onbegrijpelijk dat Burton geen enkele relativering en humor in de film heeft gestopt. Alles wordt bloedserieus gepresenteerd, terwijl het verhaal dermate absurd is dat een lichtere, komische toon beter had gepast. Ik zag de film op DVD en ongetwijfeld zal hij er in de bioscoop beter uit hebben gezien. Maar dan nog, het plaatje mag dan kloppen, film vertelt in eerste instantie een verhaal met levende personen. Als dat mat en doods blijft, helpt een mooi decor er niets aan.