Archief | mei, 2006

Muziek: Wonderlijk moderne retro

29 mei

Tunng - Comments of the inner chorusArtiest Tunng
Plaat Comments of the inner choris
Jaar 2006
Klinkt als Simon & Garfunkel, The Notwist
Beste nummer Jenny again
En? 8

Amper een jaar na hun fantastische debuut Mother’s daughter and other songs heeft tweemansband Tunng alweer een nieuwe plaat uitgebracht. En opnieuw weten Sam Genders en Mike Lindsay zo’n magische sfeer vast te leggen. Hun muziekstijl wordt meestal aangeduid als folktronica en die term is de duidelijkste karakterisering van hun muziek: folky zang en liedstructuren gecombineerd met wonderlijke electronica.

Tunng klinkt mystiek, sprookjesachtig, spacy, maar die moderne sferen worden gecombineerd met heel klassieke zang. Niet voor niets noem ik Simon & Garfunkel en The Notwist als referenties. Het is alsof je heel klassieke pop/folk mengt met electronica. Vooral de zang van Tunng heeft die bijzondere klank die samenzang in de Simon & Garfunkel-sfeer kan hebben. Twee stemmen die samen optellen tot meer dan twee. De zang klinkt als een mini-koor, bijna devoot en sacraal. Daardoor heen mengen de mannen van Tunng de meest wonderlijke bliepjes, drummetjes en samples van stemmen.

De verwondering die er vorig jaar nog was, valt nu een beetje weg. De nieuwigheid is er wel af. Maar dat neemt niet weg dat Tunng weer een zeer sterke plaat heeft gemaakt. Helaas is Tunng niet in staat te ontroeren, zoals bijvoorbeeld The Notwist wel kan, ondanks hun veelgebruikte electronica. Tunng blijft meer op afstand, maar behoudt daardoor wel dat mystieke en ongrijpbare. En tussen al die moeilijk grijpbare liedjes staan wederom beeldschone pareltjes, zoals Jenny again. Hoe vreemd en wonderlijk zo’n liedje ook mag klinken, door die rariteiten heen klinkt een verrekt goed liedje.

Het blijft onbegrijpelijk hoe de heren van Tunng dit weer voor elkaar krijgen. Alle moderne geluidjes verzekeren je ervan dat dit muziek van hier en nu is, maar tegelijkertijd is het zo retro als het maar zijn kan. Dit kan zo uit de jaren zestig komen, alleen hadden muzikanten toen al die electronica nog niet tot hun beschikking. Zo ontstaat een interessante botsting van twee geluiden, twee gevoelens die hun muziek de juiste spanning bezorgt. Voor die spanning heeft Tunng weinig hulpgrepen nodig. Geen bombast, geen snerende gitaren, de mix van ingrediënten doet hier automatisch zijn vervreemdende werk.

Muziek: Wel potentie, niet top

24 mei

Elliott Brood - AmbassadorArtiest Elliott Brood
Plaat Ambassador
Jaar 2005
Klinkt als 16 Horsepower, Wilco, Black Rebel Motorcycle Club
Beste nummer Twill
En? 7,5

Dit is death-country van de bovenste plank. Death-country? Ja, je leest het goed. Ik heb het niet bedacht, de heren van de Canadese band Elliott Brood noemen hun muziek zelf zo. En het is eigenlijk wel een goede benaming. Je zou het ook zwartekousenfolk kunnen noemen of Americana voor gedeprimeerden, maar death-country vat het geluid nog wel het beste samen. Duimendikke country- en folkinvloeden, maar dan ondergedompeld in een bad van zwartgalligheid.

Het debuutalbum Ambassador (een eerdere EP voor het gemak niet meegerekend) is vorig jaar in thuisland Canada uitgekomen en ligt sinds dit voorjaar ook in Nederland in de schappen. Zojuist hebben ze het Nederlandse deel van hun tour afgerond, waarbij ze dan wel mijn hometown Rotterdam aandeden, maar toen was ik net op vakantie – en eerlijk gezegd kende ik de muziek toen nog niet.

De kennismaking met Elliott Brood smaakt naar meer. Muzikaal gezien lijkt de muziek het meest op die van 16 Horsepower, ook al niet van die lachebekjes, al maakt Elliott Brood de muziek net iets minder zwaarbeladen. Al moet ik zeggen dat de vrolijk pingelende banjo een beetje maskeert dat de muziek in essentie helemaal niet zo vrolijk is.

Opener Twill is het beste nummer. In dat nummer slaagt de band er het beste in spanning op te bouwen. Het nummer krijgt daardoor veel meer intensiteit dan alles wat erna komt. Hier lijkt de muziek dan ook eerder op Wilco die er ook een meester in is intense en spannende muziek te maken. Jammer wanneer het eerste nummer van een plaat meteen de beste is. De verwachtingen zijn dan hooggespannen en iets van teleurstelling vanaf nummer 2 kan ik dan toch niet onderdrukken.

De plaat sluit af met drie nummers die wat uit de toon vallen bij de rest. Het zijn absoluut geen mindere liedjes, maar de stijl lijkt wat omgeslagen. Hier en daar klinkt de band als Black Rebel Motorcycle Club (maar dan minder heftig) en zijn lo-fi-invloeden te horen. Zeker als aan het eind van het album achtergrondgeluidjes en -stemmetjes onder de muziek worden gezet.

Sterke plaat dus, maar getuige het spannende openingsnummer en de meer experimentele afsluiters heb ik het gevoel dat er meer in zat. Een topalbum is het dus niet geworden, daarvoor blijft toch net te weinig hangen. Maar potentie is er wel, dat heeft Elliott Brood met dit debuut wel bewezen.

Muziek: Heftig, rauw en ongekend mooi

23 mei

Slint - SpiderlandArtiest Slint
Plaat Spiderland
Jaar 1991
Klinkt als Godspeed you black emperor, Nirvana, Mogwai, A silver Mt. Zion
Beste nummer Good morning, Captain
En? 9,5

Heel soms ontdek je een parel van een plaat jaren na dato. Via MusicMeter zag ik veel enthousiaste reacties op het album Spiderland van Slint, een plaat uit 1991. Het wordt wel de grondlegger van de post-rock genoemd, de muziekstroming waartoe bands als Mogwai en Godspeed you black emperor toe gerekend worden. Reden genoeg om eens naar Spiderland te gaan luisteren. En dat heb ik geweten! Want wat een onvoorstelbaar fantastische plaat is dat zeg.

Spiderland is gemaakt door een groep jonge Amerikanen uit Louisville, Kentucky. Dat ze jong waren is in dit verband een relevant gegeven, want met Spiderland hebben ze een zeer volwassen plaat gemaakt. Volwassen in muzikaal opzicht en volwassen in tekstueel opzicht. Het is een vernieuwende plaat die je anno 2006 nog steeds van je stoel blaast en de emotionele lading past beter bij een stelletje levenswijze mensen dan bij een stel jonge gozers.

Post-rock, zoals Slint er een mooi voorbeeld van is, bedient zich wel van de gebruikelijke ingrediënten van rockbands wat betreft instrumenten en samenstelling van de band, maar houdt zich muzikaal gezien niet aan de aloude rockstructuren. Bij Spiderland merk je bijvoorbeeld direct dat de drums veel innovatiever worden ingezet, meer als instrument dan alleen als begeleider. In dit genre geen coupletje-refreintje, maar veel ingewikkelder structuren waarbij verschillende tempo’s en melodieën elkaar naadloos opvolgen.

Bijzonder aan Slint is onder meer dat de band veel gebruik maakt van gesproken woord in plaats van de traditionele zang. Dat geeft veel nummers een gedragen en sinister geluid mee. Verder grossiert deze band in emotionele gitaarerupties. Je kunt zeggen dat het soms bijna klassieke muziek is, waarbij de complexe wendingen wel nauwkeurig in nootjes is vastgelegd, terwijl je tegelijkertijd het idee krijgt dat er alle ruimte is voor improvisatie. Een innerlijke tegenstrijdigheid die ongetwijfeld begrijpelijker wordt als je gewoon naar deze plaat gaat luisteren.

Onbetwiste hoogtepunten zijn Washer en Good morning, Captain, respectievelijk het derde en zesde (en laatste) nummer van de plaat. Slint maakt rocksongs van om en nabij de zes minuten en heeft genoeg aan zes nummers, waarmee deze korte plaat al overvol muzikaal en tekstueel geweld zit. Washer lijkt te gaan over het afscheid van een stervende. Het is een zeer emotioneel lied die je tot in de haarvaten raakt:

" Goodnight my love
Remember me as you fall to sleep
Fill your pockets with the dust and the memories
That rises from the shoes on my feet"

In Washer houden de bandleden zich in met hun bombastische gitaaruithalen en geven ze de kracht van de tekst alle ruimte. Ik zie in dit lied een jongen aan het sterfbed van zijn geliefde zitten. Het valt hem hard afscheid te moeten nemen, maar hij weet zeker dat dit hun laatste keer samen is. Of toch niet?

" I won’t be back here
Though we may meet again"

In het laatste nummer, Good morning, Captain, pakt Slint nog steviger uit. Een kapitein van een schip dat is vergaan roept om hulp. Hij ziet een deur en klopt daar aan in al zijn wanhoop. Als hij plots een jongen achter het raam ziet verschijnen, schreeuwt hij het uit. Maar de deur blijft voor hem gesloten, vermoedelijk omdat het de deur naar het dodenrijk is. De hele song wordt gesproken, niet gezongen. De muziek komt op en koelt af. De spanning is te snijden. De enig overlevende is duidelijk ten einde raad. Hij is desnoods bereid aan te kloppen bij het dodenrijk, iedereen is vergaan, wat moet hij nu nog? Cryptisch in het lied is dat de kapitein de jongen achter het raam herkent. Waar kennen ze elkaar van? Het blijft in nevelen gehuld. Wat volgt, is een bijna ondraaglijke klaagzang.

" I’m trying to find my way home.
I’m sorry . . .
And I miss you"

De manier waarop dat "I miss you" wordt uitgeschreeuwd laat je niet onberoerd. Je krijgt er de rillingen van over je lijf. Gevoelsmatig verbind ik deze kreet aan het eerder nummer Washer, al hebben beide nummers tekstueel niets met elkaar te maken. Het is ongekend rauw, heftig, emotioneel. En dan te denken dat deze onwaarschijnlijk mooie plaat al vijftien jaar op me lag te wachten.

Film: Aardig idee, maar niet overtuigend

21 mei

The EdukatorsFilm The Edukators
Regisseur Hans Weingartner
Hoofdrollen Daniel Brühl, Julia Jentsch, Stipe Erceg
Genre Drama
En? 6,5

De Duits/Oostenrijkse film The Edukators uit 2004 heb ik destijds op het Rotterdamse filmfestival gemist. Als ik het me goed herinner was het toen een publiekslievelingetje. Dat is begrijpelijk gezien het soort films dat doorgaans op dat festival draait. Tussen alle exotica en experimentele in is The Edukators een verademing. Gewoon als zelfstandige film beschouwd is ie maar matig.

De jonge, Oostenrijkse regisseur Hans Weingartner is nog redelijk onbekend. Met deze film kreeg hij meer internationale bekendheid, mede dankzij een nominatie voor een Gouden Palm van het filmfestival van Cannes. Van de hoofdrolspelers zijn vooral Daniel Brühl en Julia Jentsch bekend, respectievelijk uit Goodbye Lenin Sophie Scholl.

Hoofdpersonages Jan en Peter vormen een bijzondere inbrekersbende. Ze breken in dure villa’s in, maar stelen niets. Het enige wat ze doen is het interieur compleet verplaatsen en verbouwen. Én, ze laten een briefje acht, met de tekst “De vette jaren zijn voorbij” of “U heeft te veel geld”. Zo hopen ze de rijken psychologisch te raken door hun huizen binnen te dringen en deze boodschap die ze niet willen horen onder hun neus te wrijven.

In dit links-alternatieve gezelschap ontrolt zich een liefdesdrama als Jan verliefd wordt op de vriendin van Peter. Dit bemoeilijkt de onderlinge verhoudingen maar zorgt ook voor een noodlottige wending in de inbraakavonturen. Bij een heterdaadje stappen de vrienden van de ene stommiteit in de andere waardoor een idealistische inbraak uitloopt op een dagenlange ontvoering.

Weingartner weet de inbraakscènes aardig spannend te maken. De wiebelige cameravoering (die het real-life-gevoel versterkt) draagt daar ook nog eens toe bij. De hoofdpersonen zijn heel geloofwaardige figuren en de suggestie wordt gewekt alsof je naar een docu zit te kijken. Maar de wendingen in het verhaal doen daar afbreuk aan. Sommige stappen gaan te snel of zijn te onwaarschijnlijk. Met onrealistische wendingen heb ik normaal gesproken niet zoveel moeite, áls de filmmakers in ieder geval hun best je doen je in het verhaal te laten geloven. Dat gebeurt hier niet.

Het is jammer, want de thematiek is origineel. Het is best een snelle en frisse film, maar al met al net wat te simpel en net wat te gemakkelijk om voluit te kunnen overtuigen.

LET OP: Wie niet wil weten hoe deze film afloopt, moet niet de reacties gaan lezen!

Muziek: Onberekenbare en melodieuze liedjes

18 mei

My Latest Novel - WolvesArtiest My Latest Novel
Plaat Wolves
Jaar 2006
Klinkt als The Arcade Fire, The Frames, Belle & Sebastian, At the close of every day
Beste nummer Learning Lego
En? 8,5

Het Schotse vijfmanschap My Latest Novel heeft tot nu toe het beste debuut van dit jaar afgeleverd. Hun folkrockliedjes op de plaat Wolves zijn ijzersterk en er zit bijna geen minder nummer tussen. De band doet menigeen refereren aan The Arcade Fire vanwege de vergelijkbare springerigheid en onberekenbaarheid. Het experiment op de plaat slaat gelukkig niet door en laat alle ruimte aan een serie heel prachtige liedjes. Slechts de vergelijking maken met The Arcade Fire doet het geluid van de band tekort. Het folkrock-element heeft zwemen van The Frames, maar My Latest Novel maakt ook prachtige intieme luisterliedjes die eerder aan Belle & Sebastian en soms zelfs At the close of every day doen denken.

My Latest Novel opent gewaagd met het ongebruikelijk opgebouwde nummer Ghost in the gutter, dat een soort folk-versie van een symfo-nummer lijkt te zijn. De opbouw is traag en het volume zwelt maar langzaam aan. Het liedjes laat meteen horen waartoe de band in staat is. Het zijn eerder meerdere liedjes ineen, waarbij nieuwe wendingen niet worden geschuwd. Na een instrumentaal hoogtepunt zet weer een andere toon in.

Het kenmerkt dit album in al zijn fraaiheid. Luisteren naar deze plaat is een prettige ontdekkingsreis en daarmee een lust voor het oor. Er hangt een wat duistere sfeer over het album heen zonder dat de band in zwartgalligheid verzuipt. De soms opgewekte vocalen geven de liedjes daardoor een tegendraadse toon mee (vergelijk Belle & Sebastian). Bijzonder is daarbij dat de band meermaals gebruikt maakt van meerstemmige zang die leidt tot een Gregoriaanse gedragenheid.

En dit alles is volstrekt niet ontoegankelijk. Er is hier geen sprake van ondoordringbare moeilijkdoenerij, laat dat helder zijn. My Latest Novel klinkt authentiek, opwindend, gedurfd, maar ook heel melodieus en zuiver. Pretty in panic, Learning Lego, Sister sneaker sister soul en Hope edition zijn pareltjes zowel in de rust en eenvoud als in de onverwachte invallen. Boredom killed another, het voorlaatste nummer, klinkt meer als een afsluiter van het album. Het is orkestraal nummer zonder tekst waarmee het album prima had kunnen eindigen. Als een soort toegift krijgen we er dan nog één liedje bij dat ik niet had willen missen.

Muziek: Los zand met pareltjes ertussen

17 mei

The Flaming Lips - At war with the mysticsArtiest The Flaming Lips
Plaat At war with the mystics
Jaar 2006
Klinkt als Pink Floyd, Paul McCartney, Prince, Super Furry Animals
Beste nummer Mr. Ambulance driver
En? 7,5

Er zijn van die platen die je op je in moet laten werken. Waarover je niet een-twee-drie een oordeel klaar hebt. At war with the mystics is er naar mijn mening zoeen. Zeker omdat dit mijn kennismaking is met deze band die sinds 1983 nu al twaalf platen heeft gemaakt en een nogal eigenzinnig geluid heeft. Over zo’n twaalfde plaat van zo’n vreemd gezelschap had ik niet meteen mijn oordeel klaar.

Dat er prachtige liedjes op dit album staan, hoorde ik al direct. De openers The yeah yeah yeah song en het Prince-achtige Free radicals glijden er gemakkelijk in. Een hoop gekkigheid verpakt in aanstekelijke rock, dat pakte mij meteen. Ook voor Mr. Ambulance driver was ik direct verkocht. Dat is een veel lomer nummer waar toch ook een gedreven ritme in zit. En afsluiter Goin’on, een popsong in klassieke McCartney-stijl, was al snel een van mijn favorieten op deze plaat.

Maar wat moet je aan met zoveel geweld, gekkigheid, psychedelica en al die verschillende stijlen en invloeden?

Uiteindelijk moet ik zeggen dat met name die eigenzinnigheid me wel aanspreekt. The Flaming Lips zetten – ondanks hun herleidbare invloeden van anderen – een volstrekt eigen en eigengereid geluid neer. Ze durven het aan zich psychedelica (zoals in The W.A.N.D.) eigen te maken en daar hun eigen ding mee te doen. Ze hebben een prachtige Pink Floyd-song neergezet met Pompeii am Götterdämmerung, een nummer dat echt een poosje nodig heeft om in zijn volle schoonheid door te dringen.

Ondanks al die schoonheid resteert één maar. De consistentie en de samenbindende factor ontbreekt. The Flaming Lips hebben een serie geweldige liedjes gemaakt op deze plaat. Maar zonder de onderlinge samenhang is het betere nummer niet in staat het mindere mee op te trekken. Zo resteert een album waar je al snel doorheen zapt van favoriet naar favoriet. Want sommige nummers redden het niet op eigen kracht. Die sneeuwen onder in het excentrieke geluid van het concurrerende nummer ervoor of erna.

Aan het eind het liedje heb je met At war with the mystics wel degelijk een plaat in handen waarop prachtige pareltjes staan. De ene parel glinstert vanwege de mooie melodieën, de andere vanwege de maffe geluidjes, de volgende vanwege de bombast. Een heuse aanwinst, deze plaat, maar te onsamenhangend om het tot een van de toppers van dit jaar uit te roepen.

Boeken: Breed beeld van Marokko

14 mei

Een trip naar het buitenland vind ik altijd een mooie aanleiding om me in dat buitenland te verdiepen. Pas als je ernaar toe gaat, er bent, er bent geweest zegt zo’n land je iets. Mijn tiendaagse reis door Marokko die ik onlangs maakte was dus de reden om Marokko achter de schermen van Steven Adolf te lezen. Het is een vrij recent boek van deze NRC- en Elsevier-correspondent die onder meer in Spanje en in Marokko heeft gezeten.

De titel is natuurlijk ronduit pet – ook al dekt die geheel de lading. Fantasielozer kan het niet, zeker gezien het feit dat Adolfs vorige boek Spanje achter de schermen heette.

Maar ach, het is maar een titel.

De inhoud is beter dan de lusteloze titel doet vermoeden. Adolf is zeer goed gedocumenteerd en combineert op een prettige manier boekenwijsheid en eigen observaties. Zo gebruikt hij zowel reportage-elementen in zijn boek als oude reisverslagen van mensen die in vroeger tijden al Marokko bezochten. Soms blijft hij iets te lang hangen bij zo’n oude bron. A. den Doolaard en Leo Africanus die ken je na een paar bladzijden wel. Maar toch slaagt Adolf er in een brug te slaan tussen de historie van het land en zeer recente ontwikkelingen. Al moet ik zeggen dat de delen over hedendaags Marokko toch net wat vlotter weglezen en toch net wat interessanter leesvoer is.

Wat mij bijblijft na het lezen van dit boek is dat Marokko een enorm verdeeld land is, dat nog steeds op zoek is naar zijn eigen identiteit – een onderwerp dat in Marokkaanse literatuur ook veel schijnt voor te komen. Alleen de aanwezigheid van zowel Arabieren als Berbers maakt het land verdeeld. Maar ook de hang naar Arabische landen én de hang naar Westerse. Daarbovenop heeft het strenge regime van koning Hassan de emancipatie van Marokkanen danig in de weg gestaan. Pas nu zijn zoon, koning Mohammed VI, meer vrijheden geeft krijgen de Marokkanen weer een beetje lucht. Vrijere pers, een betere positie voor vrouwen, minder corrupte, meer democratie, het zijn allemaal elementen die het initiatief en de creativiteit van Marokkanen zullen bevorderen.

Adolf laat ook mooi zien hoe Marokko nog worstelt met die pas verworven vrijheden. Rechters interpreteren de nieuwe wetten doorgaans veel conservatiever dan bedoeld, zodat de positie van vrouwen nog lang niet is wat het wezen moet. En de koning introduceert dan wel meer democratie, maar houdt ook vast aan zijn stromannen en adviseurs aan het hof, zodat hij zonodig de touwtjes in handen kan houden. En als in 2003 in Casablanca een terroristische aanslag wordt gepleegd, dan zijn de verworvenheden van een moderne rechtsstaat eventjes vergeten.

De auteur probeert zoveel mogelijk facetten van het moderne Marokkaanse leven aan de orde te laten komen. Daardoor ontstaat een breed beeld van het huidige Marokko. Dit is duidelijk geen snel in elkaar geflansd bijproduct van zijn correspondentschap. De informatiedichtheid is hoog en de meeste onderwerpen die hij aansnijdt zijn relevant en interessant. Soms is de ordening een beetje zoek en springt Adolf van de hak op de tak. Er lijkt een soort geografische ordening in de hoofdstukken te zitten, maar daar is in de tekst zelf weinig meer van te merken. Naast het iets te overdadige gebruik van oude bronnen is dat het enige minpuntje.

Marokko

11 mei


(klik op de foto voor meer)

Na tien dagen afwezigheid ben ik weer in het land. Als de Marokko-foto’s verwerkt zijn en ik weer interactieve, virtuele en digitale kriebels krijg, dan begin ik weer te bloggen. Tot snel dus!